Door Ernstjan van Doorn op 15 juni 2015

Duurzaam Nederland presteert slecht:

Nederland is van alle EU-lidstaten, op Estland na, het slechtst presterende land op het gebied van prestaties om klimaatverandering terug te dringen. Dit blijkt uit de 10e editie van de klimaat-ranglijst van de Climate Change Performance Index. Hierin wordt sterk gekeken naar de uitstoot van broeikasgassen, maar ook recente maatregelen om uitstoot te beperken.

Agrarische sector essentieel in duurzaamheidsdiscussie:

Naast de industrie en energie-sector (die stoken met steenkool, olie of gas), is een voornaamste uitstoot ook die van de agrarische sector: vaak een vergeten sector op het gebied van duurzaamheid, maar dit is allerminst terecht. De agrarische sector is in Nederland uitzonderlijk: Met slechts 5% van de beroepsbevolking, gebruikt het maar liefst 60% van ons land, en draagt het bij aan zo’n 10% van ons BNP. Na de VS is Nederland zelfs de grootste landbouwexporteur. Ook in de EU is landbouw een van de principiële pijlers, aangezien 40% van het EU-budget wordt uitgegeven aan landbouw.

De agrarische sector is onmisbaar als het gaat om de aanpak van milieuvervuiling en uitstoot van broeikasgassen. In het bijzonder bij intensieve veehouderij met de uitstoot van fosfaten, nitraten en ammoniak in de grond en grondwater, of methaan in de lucht. In Nederland zorgt de veehouderij voor 50% van de totale methaanemissie. Dit methaan is een broeikasgas dat per eenheid 22 maal schadelijker is dan CO2. Vooral runderen zijn door pensvergisting goed voor 80% van de methaanuitstoot in de landbouw.

 

Groei en schade: Kamerdebat

Daarnaast is de schade door de agrarische sector is niet beperkt tot enkel haar activiteiten in Nederland. Zo bestaat het veevoer vooral uit soja: een van de belangrijkste landbouwproducten ter wereld. Soja wordt vooral geteeld in Zuid-Amerika, waar de gigantische productie gepaard gaat met grootschalige gedwongen landonteigening, ontbossing van het tropisch regenwoud en intensief gebruik van bestrijdingsmiddelen. En Nederland is binnen de EU de grootste importeur van soja. De Nederlandse haven- vlees- en zuivelverwerkende industrie, zoals Cargill in Noord Holland, verdienen veel geld aan de sojadoorvoer en verwerking tot veevoer. Dit maakt zowel hen, als de provincie die samen met de gemeente beoordeelt op regelgeving en vergunningen, een direct-betrokkene in deze keten, en aldus medeverantwoordelijk voor de gevolgen van de sojateelt in landen van herkomst.

Verwacht wordt dat wereldwijd de consumptie en productie van vlees en andere dierlijke producten door een toename in welvaart flink zal stijgen in de komende decennia. Bij een verdubbeling van de consumptie in 2050 verwacht men dat de uitstoot van broeikasgassen door vleesproductie in Europa ingrijpend toe zal nemen.

 

De agrarische sector is ook in Nederland bezig met een immense groeispurt. Niet zozeer vanwege het aantal bedrijven – deze daalt echter – , maar qua schaalvergroting en intensiteit: meer dieren per bedrijf en op minder grond. Uit inventarisatie van onderzoeksinstituut Alterra blijkt het aantal megastallen tussen 2005 en 2013 bijna te zijn verdrievoudigd van 301 naar 803. Binnenkort volgt hierover een speciaal Kamerdebat. Men ziet een probleem in dat landelijk alle ruimte wordt gegeven aan de groei van het aantal dieren, maar dat de provincies de problemen die daarbij ontstaan vervolgens oplossen.

Ambities

Nederland heeft met Rutte II klimaatambities afgesproken voor 2020. Echter deze zijn vooral gericht op verduurzaming van energieproducties. De agrosector heeft haar eigen ambities geformuleerd en wil vooral haar economische leidende positie vasthouden en uitbouwen, de export bevorderen, en import van grondstoffen veiligstellen. Economische groei en verdere verduurzaming van de sector staan echter met elkaar op gespannen voet.

De regeringsleiders van de Europese Unie zijn het in oktober 2014 eens geworden over nieuwe klimaatdoelstellingen voor de periode 2020-2030. De uitstoot van broeikasgassen moet in 2030 met minstens 40% zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Echter het huidige landbouwbeleid van de Europese Unie lijkt weinig aandacht te geven voor daadwerkelijke verduurzaming. Actiepunten zetten vooral in op kleine groene diensten zoals duurzame waterberging, maar in crisistijd zijn de budgetten voor deze goed-bedoelde initiatieven de eerste die sneuvelen. Het zorgt ook niet voor ingrijpende maatregelen op lange termijn en men beloont boeren vooral voor “business as usual”.

Ten slotte maakt regelgeving voor de landbouwsector ook onderdeel uit van het TTIP-verdrag, waarin men vooral de concurrentie aan moet kunnen blijven gaan met de agrarische industrie van de VS, waarin genetisch gemodificeerd voedsel en hormoonbehandeling in de Amerikaanse zuivelindustrie op grote schaal de gewoonste zaak van de wereld is. Duurzaamheid zal het kind van de rekening kunnen worden.

Alle reden dus voor meer aandacht van de rol van Nederland en haar agrarische sector en intensieve veehouderij als we daadwerkelijk slagen en meters willen maken met serieuze duurzaamheid.

 

 

Ernstjan van Doorn

Ernstjan van Doorn

Met een achtergrond in de technische natuurkunde heb ik altijd een zeer internationale belangstelling gehad. In het bijzonder op het gebied van duurzaamheid en internationale grondstoffenpolitiek. Na mijn stage in Novosibirsk, Rusland, kwam daar een warme en gezonde belangstelling bij voor de Russische mensen en cultuur. En volg ik kritisch het regime van Vladimir Poetin. Eerdere artikelen

Meer over Ernstjan van Doorn

Waar ben je naar op zoek?